Helft patiënten met diabetes type 2 start niet met medicatie

De helft van de mensen met diabetes type 2 krijgt in het eerste jaar na de diagnose geen diabetesmedicatie voorgeschreven. Ook starten mannen eerder met diabetesmedicatie dan vrouwen, en jongeren eerder dan ouderen. Tenzij jongeren een diëtist consulteren. Dat meldt het Nivel, dat een rapport opstelde in opdracht van het Ministerie van VWS. 

Verkenning van de zorg bij nieuwe patiënten met diabetes

Het Nivel-rapport beschrijft hoe de zorg van de huisarts en diëtist verloopt bij mensen die net de diagnose diabetes type 2 hebben gekregen. Daarbij is specifiek gekeken of mensen met diabetes type 2 binnen een jaar na de diagnose medicatie krijgen voorgeschreven om de bloedglucosewaarden te verlagen, en in hoeverre daarin verschillen zijn tussen verschillende groepen mensen met diabetes type 2. Het onderzoek is gebaseerd op gegevens van 9.770 patiënten met diabetes type 2 uit 308 huisartspraktijken en 84 diëtetiekpraktijken, die deelnemen aan Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn. Daarnaast interviewden de samenstellers van het rapport 7 zorgverleners om de resultaten uit de Nivel Zorgregistraties te duiden. 

Start diabetesmedicatie

Wat opvalt is dat mannen eerder met medicatie voor diabetes starten dan vrouwen. Vrouwen met diabetes gaan juist vaker naar een diëtist dan mannen. Of dat ook de reden is dat vrouwen later met medicatie beginnen, is niet onderzocht. Daarnaast laat het rapport zien dat jongeren in het algemeen eerder starten met medicatie dan ouderen. Een uitzondering daarop zijn jongeren die een diëtist consulteren: zij starten juist later met diabetesmedicatie. Patiënten die wel starten met diabetesmedicatie in het eerste jaar, krijgen gemiddeld 7 weken na de diagnose het eerste recept. Patiënten met ernstig verhoogde glucosewaarden starten sneller met medicatie dan gemiddeld. Patiënten met matig verhoogde glucosewaarden starten juist iets later.  

Hoog-risico patiënten

Uit het rapport blijkt verder dat patiënten die naar de diëtist gaan vaker dan andere diabetespatiënten ernstig overgewicht hebben. Ook hebben zij vaker een hoge bloedglucosewaarde. Zij starten echter niet eerder met medicatie dan andere mensen met diabetes type 2. Het is volgens de Nivel-rapporteurs goed mogelijk dat juist patiënten met een hoger risico op complicaties vaker begeleiding krijgen van een diëtist. Hierdoor is het volgens hen niet nodig om snel te starten met medicatie. 

Verwijzing naar diëtist 

Uit de interviews blijkt dat de meeste huisartsen vinden dat de praktijkondersteuner huisarts (POH) veel kennis heeft en ook goede leefstijl- en voedingsadviezen kan geven. De huisartsen vinden een POH laagdrempeliger voor hun patiënten dan een diëtist, omdat de POH in dezelfde praktijk werkt. Dit vergemakkelijkt ook het onderling overleg. Om deze redenen vinden zij de meerwaarde van de diëtist voor mensen met diabetes type 2 relatief beperkt. Wanneer het bij de POH niet goed lukt om leefstijl te veranderen of wanneer er meer complexe voedingsvragen zijn, stuurt de POH de patiënt wel door naar een diëtist. POHs geven in het onderzoek aan dat het imago van een diëtist niet altijd gunstig is, maar dat ze merken dat er veel is veranderd in de begeleiding door de diëtist. In vergelijking met een aantal jaren geleden denken diëtisten meer mee met de individuele patiënt en zijn ze flexibeler in de begeleiding aldus de geïnterviewde POHs 

Bron: Nivel 

Gepubliceerd op 2 augustus 2022

Door Sophie Luderer

Reageer op dit artikel

  1. Harriet Verkoelen 4 augustus 2022 at 16:20 - Reply

    Gelukkig is begeleiding door diëtisten inderdaad aan het veranderen, vooral door de praktijk gestuurd. Want officiële richtlijnen zoals van de Gezondheidsraad werken absoluut niet mee. Een diëtist met ervaring in koolhydraatbeperkte, koolhydraatarme of zelfs ketogene adviezen kan absoluut een meerwaarde hebben in de behandeling van diabetes 2 patiënten en onnodige medicatie voorkomen.
    Bij diabetes 2 gaat het zelfs niet om de ‘behandeling van bloedsuikers’ maar vooral om de behandeling van de insulineresistentie. Bij meting van de insuline spiegel blijken ze heel vaak te veel insuline te produceren wat het kenmerk is van insulineresistentie. Het wordt veroorzaakt doordat de stofwisseling al jaren op de verkeerde brandstof draait, namelijk suiker ipv vet. Insuline is het vetopslaghormoon weten we, dat vetverbranding blokkeert. Hyperinsulinemie is zelfs schadelijker voor hart- en vaatziekten dan hyperglycemie heeft Kraft bewezen.
    Insulineresistentie kan je met niets beter behandelen dan met een koolhydraatarme, onbewerkte voeding.
    Met de insuline metingen, ik maak een insuline curve van 4 metingen via een vingerprik, is de insulineresistentie door hyperinsulinemie gemakkelijk aan te tonen. De patiënt nog veel meer gemotiveerd om de leefstijl te volgen en geen onnodige medicatie te nemen want er is immers gemeten dat er geen tekort aan insuline is. Laten we vooral blijven samenwerken en de poh niet alleen volgens (verouderd maar niet aangepast) protocol laten werken.
    Onder patiënten is er een zeer groot animo voor de insuline metingen kan ik melden. En terecht!

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.