Genoeg eiwit blijft uitdaging voor ziekenhuizen
In slechts 1 op de 5 ziekenhuizen in Nederland krijgt meer dan 60 procent van de ondervoede patiënten genoeg eiwit binnen op de 4e opnamedag. Dat blijkt uit een omvangrijke inventarisatie van de eiwitinname van bijna 340.000 ondervoede ziekenhuispatiënten in de periode 2009 tot en met 2019. Hiervoor zijn gegevens gebruikt van de prestatie-indicator ondervoeding van de Nederlandse Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd. De resultaten zijn gepubliceerd in Clinical Nutrition, door 4 diëtisten van Amsterdam UMC en de Stuurgroep Ondervoeding.
Ondervoeding bij opname
Uit het onderzoek blijkt dat op de dag van opname gemiddeld 14-15 procent van de patiënten ondervoed is. Ondervoeding komt het vaakst voor op de afdelingen geriatrie, oncologie, gastro-enterologie en interne geneeskunde. Op deze afdelingen is 27-38 procent van de patiënten ondervoed bij opname. Ondervoeding gaat gepaard met meer complicaties, verhoogde mortaliteit, langere duur van het ziekenhuisverblijf en hogere kosten.
Adequate eiwitinname
Op de 4e dag in het ziekenhuis had 44-53 procent van de ondervoede patiënten een adequate eiwitinname in de periode tussen 2011 en 2019. De score varieerde tussen ziekenhuizen en verbeterde licht in de periode tussen 2013 en 2019. In die periode was een daling zichtbaar van het aantal ziekenhuizen met een “slechte” score (adequate eiwitinname bij minder dan 40 procent van de ondervoede patiënten). Tussen 2015 en 2019 steeg het aantal ziekenhuizen met een matige score (adequate eiwitinname bij 40-60 procent van de ondervoede patiënten). Het aantal ziekenhuizen met een goede score bleef min of meer stabiel (met een positieve uitschieter in 2018). Van een goede score was sprake als minimaal 60 procent van de ondervoede patiënten een adequate eiwitinname behaalde. De norm is niet hoger gesteld omdat ondervoede patiënten vaak complexe problemen hebben en zich zo ziek voelen, dat een adequate eiwitinname niet altijd realistisch is.
Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding
De auteurs concluderen dat het een zeer moeilijke uitdaging blijft om te zorgen dat patiënten in het ziekenhuis voldoende eiwitintake behalen. Voortdurende aandacht is nodig om ondervoeding op de agenda te houden. Vroegtijdige herkenning van ondervoeding, een optimaal afgestemd voedingsconcept, optimale multidisciplinaire samenwerking en voortdurende evaluatie zijn noodzakelijk om optimale voedingszorg te kunnen bieden in het ziekenhuis.
Nieuwe prestatie-indicator?
In 2007 heeft de Inspectie kwaliteitsindicatoren ingevoerd over de zorg voor de ondervoede patiënt. De ziekenhuizen leverden daarvoor jaarlijks gegevens aan over het percentage ondervoede patiënten met een adequate eiwitinname op de 4e dag van ziekenhuisopname. Met ingang van 2021 zijn de prestatie-indicatoren voor ondervoeding echter vervallen. In de nieuwe indicatorenset zijn traditionele kwantitatieve data vervangen door meer kwalitatieve verbeterdoelen. Een voorbeeld van een verbeterdoel is “Goede continuïteit van zorg voor kwetsbare patiënten”. Ziekenhuizen moeten bijvoorbeeld beschrijven hoe de overdracht van kwetsbare groepen aandacht krijgt, op welke wijze beleid wordt ingezet ter verbetering van de kwaliteit en hoe dit beleid wordt geëvalueerd. De Stuurgroep Ondervoeding pleit voor het opnemen van een indicator in 2023 die inzicht geeft in de kwaliteit van de transmurale voedingszorg door ziekenhuizen. Signaleren en behandelen van ondervoeding is immers bij uitstek een aandachtspunt dat in de keten opgepakt zou moeten worden en dat ook meetbaar is.
Bronnen: Voeding & Beweging NU en Clinical Nutrition
Gepubliceerd op 5 januari 2022
Door Angela Severs