Europese richtlijn voor eten in ziekenhuis

Het voedingsbeleid in ziekenhuizen in Europa en ook wereldwijd varieert. Het beleid is niet altijd goed onderbouwd, waardoor er een verhoogd risico op ondervoeding is voor de patiënt. Daarom stelde de European Society for Clinical Nutrition and Metabolism (ESPEN) 55 aanbevelingen op voor het voedingsbeleid in zorginstellingen. Enkele opvallende aanbevelingen: een veganistisch dieet wordt afgeraden in het ziekenhuis vanwege het risico op ondervoeding. Voor patiënten met diabetes wordt een koolhydraatbeperking afgeraden. En patiënten met het prikkelbare darmsyndroom zouden standaard een laag FODMAP-dieet moeten krijgen in het ziekenhuis.

Diëtist in richtlijncommissie

Deze aanbevelingen zijn gepubliceerd in Clinical Nutrition. De commissie die de aanbevelingen heeft opgesteld, bestaat uit experts uit Europa, waaronder Karen Ottens, diëtist in Amsterdam UMC. De aanbevelingen zijn wetenschappelijk onderbouwd. Per aanbeveling is de graad van bewijslast aangegeven en de consensus onder ESPEN-experts. Een aantal van de aanbevelingen is algemeen. Denk aan het minimaal 1 keer per jaar evalueren van de tevredenheid van patiënten en personeel over het eten en de logistiek van de maaltijdvoorziening. Ook moet de voeding van elke patiënt om de 3 tot 5 dagen worden gecontroleerd. Als de energie- en eiwitbehoeften niet worden gehaald, moet medische voeding worden verstrekt, afhankelijk van het ziektestadium.

Vegan en koolhydraatbeperkt afgeraden

Bij patiënten met diabetes die in het ziekenhuis zijn opgenomen, moet het koolhydraatbeperkt dieet (<40 procent van de energie-inname) worden vermeden, omdat dit in verband wordt gebracht met een lagere energie-inname en het risico op ondervoeding. Het vegetarische voedingsaanbod moet zo zijn samengesteld dat het voorziet in de energie- en eiwitbehoeften. Een veganistische voeding is volgens ESPEN niet aan te raden in het ziekenhuis, gezien het risico op ondervoeding. Bij de aanbevelingen wordt ook ingegaan op uitzonderingen op de standaardaanpak, zoals bij patiënten met bewezen voedselallergieën, coeliakie of lactose-intolerantie. Voor personen met het prikkelbare darmsyndroom (PDS) adviseert ESPEN een laag FODMAP-dieet om de klachten, waaronder buikpijn en een opgeblazen gevoel, te verbeteren en de kwaliteit van leven te verhogen. Tijdens de vroege fase na een operatie worden 5 tot 6 kleine maaltijden per dag aangeraden om patiënten te helpen orale voeding te verdragen en voedingsdoelen sneller te bereiken. Met orale inname, inclusief heldere vloeistoffen, moet bij de meeste patiënten binnen enkele uren na de operatie worden begonnen.

Rol diëtist

Bij de logistieke aanbevelingen wordt geadviseerd dat ten minste 1 diëtist samenwerkt met de facilitaire afdeling, bijvoorbeeld met het voedingsondersteuningsteam, de koks en de voedingsmanager. Verder moeten tussendoortjes systematisch aan patiënten worden aangeboden om aan de voedingsbehoeften te voldoen, en om nachtvasten te voorkomen.

Samenstelling van de voeding

Er zijn ook aanbevelingen opgenomen over de samenstelling van de voeding. Zo moeten patiënten met een matig tot hoog risico op ondervoeding een eiwit-energie-verrijkte voeding krijgen, met 30 kcal/kg lichaamsgewicht/dag en ten minste 1,2 g/kg lichaamsgewicht/dag. Het standaard voedingsaanbod voor patiënten zonder of met een laag risico op ondervoeding moet voorzien in de minimale energiebehoefte (25 kcal/kg lichaamsgewicht/dag) en in de minimale eiwitbehoefte (0,8-1,0 g/kg lichaamsgewicht/dag). Het standaard voedingsadvies levert 50-60 energieprocent koolhydraten, 30-35 energieprocent vetten en 15-20 energieprocent eiwitten. Bij de eiwit-energie-verrijkte voeding gaat het om 45-50 energieprocent koolhydraten, 35-40 energieprocent vetten en 20 energieprocent eiwitten.

Voedingsinname meten

De laatste 2 aanbevelingen gaan over het meten van de voedingsinname. De voedingsinname moet op verschillende momenten worden gecontroleerd: bij opname in het ziekenhuis, ten minste elke week tijdens het verblijf in het ziekenhuis bij patiënten zonder voedingsrisico, en elke dag bij patiënten met voedingsrisico of ondervoede patiënten. Een voedingsinterventie is nodig bij patiënten met een onvoldoende voedselinname van 50 procent of minder van de energiebehoefte gedurende 3 dagen van het ziekenhuisverblijf, aldus ESPEN.

Bron: Voeding & Beweging NU (BBNU)

Gepubliceerd op 1 december 2021

Door Angela Severs

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.