En je hebt het maar te slikken

Je werkt als diëtist in een ziekenhuis, met veel plezier. Je rent debenen uit je lijf, want de ene na de andere zieke patiënt wordt gescreend en blijkt ondervoed. Je bekijkt de score en labwaardes, verschijnt aan het bed van de patiënt, voert een gesprekje en constateert dat er extra voeding nodig is.

Dus je schrijft flesjes drinkvoeding voor.

Soms knaagt dat wel een beetje, na het 1384ste flesje. Soms neemt het plezier in je werk ook wel wat af. Voor veel zieke patiënten die toch al geen trek hebben, is drinkvoeding natuurlijk heel geschikt. Voeding als medicijn, klokklokklok, weer 20 gram eiwit naar binnen: ideaal. Juist als je niet zo’n trek hebt, zit het gemak in een pak.

Maar je hoort wel eens wat klachten. Je ziet ook dat familieleden soms maar zelf het eten meebrengen. En natuurlijk, je zou ook wel eens willen vragen aan de patiënt waar hij of zij écht zin in heeft. En dan zou je willen dat je die zelfgemaakte aardbeienmilkshakes, kwark met verse vruchten, schoteltjes met mooie vleeswaren en kaasjes of geurige kippensoep met veel kip kon laten aanrukken. Maar ja, het is hier een ziekenhuis hè, en geen hotel. En de keuken moet bezuinigen en het is al heel mooi dat er überhaupt een keuzemenu is.

Stop.

Je kunt ook concluderen dat dit dus geen goede voedingszorg is. En dat jij dus je werk niet goed doet. Diëtisten van Nederland: het is ook jullie verantwoordelijkheid, die voedingszorg in je instelling! Jullie moeten zelf gaan strijden voor meer creativiteit en flexibiliteit van de keukenbrigade. Voor meer voedingsbudget, of voor de mogelijkheid om flexibel om te gaan met het budget voor dieetproducten. Het kan, echt waar.

Wedden dat jullie nog meer plezier in je werk krijgen?

Gepubliceerd op 14 november 2012

Door Karine Hoenderdos

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.