Daling inname vrije suikers in Nederland

De inname van vrije suikers is bij alle leeftijdsgroepen gedaald. Dat blijkt uit de voedselconsumptiepeilingen 2019-2021 van het RIVM. De daling komt vooral doordat er minder suikerhoudende dranken worden gedronken. Ook is de consumptie van zuivel(dranken), zoetwaren en koek en gebak iets afgenomen. Daarnaast wordt binnen deze productgroepen vaker gekozen voor varianten met minder of geen toegevoegde suikers.

Vrije suikers

In de voedselconsumptiepeiling worden periodiek gegevens verzameld over de voedselconsumptie in Nederland. De meest recente peiling uit 2019-2021 laat een daling zien in de consumptie van vrije suikers. Vrije suikers zijn mono- en disachariden die los gegeten worden of zijn toegevoegd aan voedingsmiddelen als ingrediënten. Hieronder vallen ook de van nature aanwezige suikers zoals in honing, groente, fruit en siropen. In Nederland ligt de gemiddelde inname van vrije suikers op 49 gram per dag, ofwel 10 procent van de energie-inname. Op jaarbasis komt dit neer op circa 20 kg per persoon. Nederlanders krijgen gemiddeld ruim de helft van de vrije suikers binnen tussen de maaltijden door. De belangrijkste bronnen van vrije suikers zijn snoepgoed (28 procent) en suikers uit niet-alcoholische dranken (23 procent). Andere bronnen zijn koek en gebak (10 procent), zuivel (13 procent) en sauzen en smaakmakers (7 procent).

Hoge inname bij kinderen

Door het RIVM zijn de verschillen in inname weergegeven per leeftijdsgroep, opleidingsniveau en geslacht. Jongens/mannen van 1-79 jaar consumeren gemiddeld meer vrije suikers dan meisjes/vrouwen van 1-79 jaar: gemiddeld 55,6 gram tegenover 43,1 gram vrije suikers per dag. Toch komt dit bij beide groepen uit op gemiddeld 10 procent van de energie-inname. Kinderen en met name tieners krijgen gemiddeld meer vrije suikers binnen dan volwassenen. Ook is er een verband met opleidingsniveau: de gemiddelde inname daalt naarmate het opleidingsniveau stijgt. De inname van vrije suikers is het laagst bij volwassenen met een hoog opleidingsniveau en het hoogst bij kinderen met laagopgeleide ouders.

Bron: RIVM

Gepubliceerd op 5 juni 2025

Door Nina Geldens

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.