COPD-patiënten hebben te veel buikvet

Onderzoek door het Maastrichtse onderzoeksinstituut NUTRIM in samenwerking met het Amerikaanse National Institute on Aging heeft aangetoond dat patiënten met chronisch obstructieve longziekten (COPD) te veel buikvet hebben, dat geldt zelfs voor patiënten die geen (zwaar) overgewicht hebben. Dat is de verklaring voor het verhoogde sterfterisico van deze patiënten door hart- en vaatziekten. Het onderzoek is gepubliceerd in het American Journal of Clinical Nutrition.

Dat een verhoogde vetmassa in de buik het risico op hart- en vaatziekten vergroot is algemeen bekend en ook dat de vetcellen niet alleen energie opslaan, maar ook ontstekingsstoffen in het bloed uitscheiden. Een chronisch verhoogde ontstekingsactiviteit in het bloed komt vaak voor bij COPD, maar tot nu toe was de oorzaak onbekend. De onderzoekers hebben nu ontdekt dat dit komt door het buikvet bij deze patiënten.

Binnen het Amerikaanse bevolkingsonderzoek onder ouderen (de Health, Aging and Body Composition Study) werden patiënten met milde COPD vergeleken met personen zonder COPD met een vergelijkbaar rookpatroon. De groepen hadden hetzelfde lichaamsgewicht en lichaamsvetpercentage, maar de COPD-patiënten te veel vetweefsel in hun buik hadden. Tevens hadden de COPD-patiënten een hogere ontstekingsactiviteit in het bloed.

Nederland telt ongeveer 350.000 COPD-patiënten, en met name het aantal patiënten met milde COPD toont een verontrustende stijging. COPD-patiënten hebben een verhoogd sterfterisico, waarbij het merendeel niet overlijdt door de longaandoening zelf, maar door hart- en vaatziekten.

Bron: AZM

Gepubliceerd op 28 juli 2012

Door Reina van Bruggen

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.