Bij ongezonde snacks geen alarm in het brein

Veel mensen vinden het lastig om zich aan gezonde voornemens te houden. Dat komt doordat het brein geen conflict ervaart als men tussen tussen ongezonde en gezonde snacks moet kiezen. Dat is de conclusie van Nederlands onderzoek, gepubliceerd in Frontiers in Neuroscience.

Dr. Paul Smeets en dr. Nynke van der Laan van het UMC Utrecht Hersencentrum deden een experiment met 20 vrouwen, die veel met hun gewicht bezig zijn. Zij kregen 2 soorten voedselkeuzes: een zelfcontroledilemma (kiezen uit lekkere ongezonde snacks en neutrale gezonde snacks), of een neutrale keus (kiezen uit even lekkere ongezonde en gezonde snacks). Tegelijkertijd werden hun hersens gescand met functionele MRI, werden hun oogbewegingen gemeten met een eye-tracker en werd bijgehouden hoe lang ze over de keuzes deden (reactietijden).

De deelnemers vonden het moeilijk om de lekkere ongezonde snacks te laten staan en zich aan hun voornemens te houden, ondanks dat ze zelf expliciet zeiden op hun gewicht te letten. Bij de keuzes tussen zeer lekkere ongezonde snacks en neutrale gezonde snacks werd slechts 1 op de 5 gezonde snacks gekozen. Mogelijk is de hersenactiviteit in de zogenoemde “anteriore cingulaire cortex” minder sterk tijdens de keuzes tussen zeer lekkere ongezonde snacks en neutrale gezonde snacks. Daarnaast keken de proefpersonen minder vaak heen-en-weer tussen de snacks en waren reactietijden korter dan bij de keuzes tussen even lekkere gezonde en ongezonde snacks. Het suggereert dat de proefpersonen bij de keuzes tussen lekker en gezond geen conflict signaleerden en dus gewoon kiezen op smaak en niet op calorieën.

Van der Laan: ‘Als gezond en lekker niet samen gaan, bijvoorbeeld als op een feestje een schaal met bittergarnituur en komkommerstukjes rondgaat, is zelfcontrole nodig om je toch aan je voornemens te houden en voor de gezonde keuze te gaan. Maar voor die zelfcontrole start, moeten de hersenen bedenken dat het voedingsproduct een gevaar voor je goede voornemers vormt. Dat heet het signaleren van conflict. Figuurlijk gesproken moeten eerst de alarmbellen gaan rinkelen voor je je gedrag aanpast.’ Tijdens de keuzes waarin deelnemers wel de gezonde optie kozen, waren hun reactietijden en de kijkduur langer dan tijdens de keuzes waarin dat niet lukte. Wellicht wijst dit op het wel ervaren van een conflict.

Bron: UMC Utrecht

Gepubliceerd op 19 juli 2014

Door Reina van Bruggen

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.