‘Antirookbeleid was geen speerpunt van gezondheidsfondsen’

Roken is de belangrijkste vermijdbare doodsoorzaak. Toch was tabaksontmoediging jarenlang geen serieus speerpunt van KWF Kankerbestrijding, het Longfonds en de Hartstichting. Dat stelt Trouw-journalist Joop Bouma in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Volgens Bouma waren de fondsen bang dat actief beleid tegen roken donateurs zou kosten. De fondsen hebben namelijk veel zieke rokers in hun achterban.

Hoge ziektelast

‘Tabaksontmoediging zou voor gezondheidsfondsen de hoogste prioriteit moeten hebben, omdat ziektelast door roken vermijdbaar is’, schrijft Bouma in het artikel, dat gebaseerd is op zijn boek “De sjoemelsigaret”. Van de gevallen van longkanker en COPD is 85 procent toe te schrijven aan roken en bij andere vormen van kanker en hart- en vaatziekten gaat het om een derde van alle gevallen. Volgens Bouma had het aantal rokers in Nederland mogelijk lager kunnen zijn als de 3 fondsen eerder doortastender waren geweest op het tabaksdossier.

Nederland scoort slecht

Internationaal gezien scoort Nederland slecht op het gebied van roken. In 2016 was 24 procent van de sterfgevallen te wijten aan longkanker. Evenveel als in bijvoorbeeld Polen en Griekenland en hoger dan het Europese gemiddelde van 21 procent. Alleen in Hongarije is er een nog hoger percentage (27 procent). Dat blijkt uit recente cijfers van Europees statistiekbureau Eurostat. Vorig jaar rookte 22,4 procent van de volwassenen in Nederland, omgerekend 3 miljoen mensen. Ter vergelijking: in Engeland rookt slechts 14,9 procent van de volwassenen. Daar zijn sigaretten het duurst van heel Europa en bovendien zijn gezondheidsorganisaties en artsen daar volgens Bouma van oudsher veel actiever in het ontmoedigen van roken. In Nederland werd niet-roken volgens Bouma pas rond de eeuwwisseling de norm.

Laagste budget van Europa

Bouma schrijft dat in 2005 de laatste nationale campagne tegen roken in Nederland is gevoerd. Het doel – maximaal 20 procent rokers in 2010 – is anno 2019 nog steeds niet gehaald. KWF Kankerbestrijding, het Longfonds en de Hartstichting deden volgens Bouma zelf weinig tegen roken, maar hebben het bijna 40 jaar lang samen met het ministerie van VWS uitbesteed aan de Stichting Volksgezondheid en Roken (Stivoro). Volgens Bouma kreeg Stivoro ‘net genoeg geld om te kunnen voortbestaan, maar niet genoeg om een krachtige organisatie op te zetten’. Ook de opvolger van Stivoro, de in 2013 opgerichte Alliantie Nederland Rookvrij, kreeg in 2017 nog geen honderdste van het totale budget van KWF Kankerbestrijding, aldus Bouma. Uit de Tabacoo Control Scale uit 2014 blijkt dat Nederland van 34 Europese landen het minste geld uitgeeft aan tabaksontmoediging.

Rookvrije generatie

Intussen streeft Alliantie Nederland Rookvrij naar een rookvrije generatie in 2040. Johan Mackenbach, hoogleraar Maatschappelijke Gezondheidszorg in Rotterdam, laat zich er in het artikel kritisch over uit. Hij is bang dat deze aanpak, die zich eerst richt op zwangere vrouwen en daarna op kinderen, erop uitdraait dat er nog een hele tijd niets wordt gedaan. In ieder geval niet voor de huidige rokers. Ook auteur Bouma is tussen de regels door duidelijk voorstander van een scherper activisme, zoals van de longartsen Wanda de Kanter en Pauline Dekker.

Bron: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde

Gepubliceerd op 25 juni 2019

Door Angela Severs

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.