10 tips voor succesvolle voedingsinterventies bij PDS

Voedingsingsinterventies kunnen zeer effectief zijn bij het prikkelbare darmsyndroom (PDS), maar door de heterogeniteit van PDS en specifieke voorkeuren van patiënten is niet iedere aanpak werkzaam. In een artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde geeft diëtist Jenny Brouns van het Maastricht UMC+, samen met 2 maag-darm-leverartsen en een huisarts, 10 tips voor succesvolle voedingsinterventies bij PDS. Eén van de tips is het “bottom-up” toepassen van het laag-FODMAP-dieet.

Dit zijn de tips van de auteurs:

Tip 1. Stel realistische behandeldoelen

Te hoge verwachtingen, zoals het streven naar het verdwijnen van alle klachten, kunnen leiden tot ontevredenheid van de patiënt en verdere zorgconsumptie. Ook kunnen onrealistische verwachtingen leiden tot steeds verdergaande eliminatie van voedingsmiddelen, zonder dat de patiënt er beter van wordt. Daarom is het belangrijk dat de arts of diëtist de verwachtingen van de patiënt bespreekt en in overleg realistische behandeldoelen opstelt.

Tip 2. Stimuleer vezelinname tot aan de symptoomgrens

Vezels kunnen PDS-klachten verminderen, maar soms ook verergeren. Psylliumvezels kunnen een aanvulling zijn op de vezelinname en worden bij PDS over het algemeen goed verdragen. Doordat psylliumvezels beperkt fermenteerbaar zijn, leiden ze tot minder gasvorming dan andere typen vezels. Bij een lage vezelinname is het raadzaam om de vezelinname in stappen op te hogen tot een hoeveelheid die de patiënt nog goed verdraagt. Het is onvoldoende duidelijk of de algemene richtlijn voor vezelinname van de Gezondheidsraad – 30-40 g per dag – ook bij PDS dient te worden nagestreefd.

Tip 3. Pas het laag-FODMAP-dieet op de goede manier toe

Het laag-FODMAP-dieet is een effectieve, maar intensieve voedingsinterventie die als doel heeft om op te sporen welke voedingsgroepen klachten veroorzaken. Het is aan te raden een laag-FODMAP- dieet altijd onder begeleiding van een diëtist te laten plaatsvinden, om de 3 fases van eliminatie, herintroductie en onderhoud goed te doorlopen. Het “klassieke” laag-FODMAP-dieet heeft een “top-down”-aanpak, wat inhoudt dat gedurende 2-6 weken zo veel mogelijk FODMAP’s worden geëlimineerd. Bij een laag-FODMAP-dieet kan ook een “bottom-up”-benadering overwogen worden. Daarbij wordt op basis van het diëtistisch onderzoek een keuze gemaakt om specifieke FODMAP’s te elimineren, in plaats van alle FODMAP’s tegelijk. Deze aanpak vereist een minder intensieve dieetaanpassing, maar klinische ervaring en wetenschappelijk bewijs van hoge kwaliteit ontbreken nog wel.

Tip 4. Het laag-FODMAP-dieet is niet de eerste keuze

Er zijn makkelijker toepasbare algemene voedingsadviezen voor PDS. Denk aan regelmatig en rustig eten, aandacht voor voldoende – oplosbare – voedingsvezels en drinkvocht, en beperking van voedingsmiddelen die klachten geven, zoals koffie, alcohol, frisdranken en gasvormers. Uit onderzoek blijkt dat deze aanpak bij PDS even effectief is als het laag-FODMAP-dieet. Deze algemene voedingsadviezen kunnen daarom het best als voorkeursvoedingsinterventie geadviseerd worden.

Tip 5. Focus niet te veel op gluten, er zijn meestal andere “daders”

Glutenhoudende producten zijn vaak rijk aan FODMAP’s, onder andere fructanen; mogelijk zijn dit de “daders” die bij deze voeding tot klachten leiden. In de dagelijkse praktijk moet coeliakie bij PDS-patiënten met diarree wel uitgesloten worden.

Overige tips

Leun niet op ademtesten voor bijvoorbeeld lactose- en fructose-intoleranties. Bij dieetaanpassingen moet de grens van voedselinname waarbij klachten optreden, in acht genomen worden. Ademtests houden daar geen rekening mee. Ook specifieke serum-IgE- of huidtests en serum-IgG-bepalingen voor voedselallergieën hebben geen bewezen toegevoegde waarde bij voedingsinterventies voor PDS. Verder is het belangrijk om eetstoornissen te herkennen en te voorkomen. Als gevolg van darmklachten die door voeding zijn uitgelokt, kunnen patiënten met PDS steeds selectiever gaan eten en ARFID ontwikkelen. Verwijs een patiënt dan door naar een psycholoog. De laatste tips zijn het focussen op een evenwichtig eetpatroon en het personaliseren van de behandeling. Het streven is om bij de patiënt meer begrip te kweken over de relatie tussen voeding en klachten, zelfredzaamheid te stimuleren en een evenwichtiger voedingspatroon te bereiken.

Bron: Nederlands tijdschrift voor geneeskunde

Gepubliceerd op 21 april 2023

Door Angela Severs

Reageer op dit artikel

  1. Janna Koopman 27 april 2023 at 05:52 - Reply

    Top om te lezen dat er in dit artikel staat dat FODMAP niet de eerste keuze is. Zo heb ik dit ook ervaren als PDS-coach. Een holistische aanpak waarbij de gehele leefstijl wordt meegenomen en gewerkt wordt aan weer zelfvertrouwen opbouwen, is wat uiteindelijk resultaat gaat geven.

    • Beroep - Diëtist
    • Indien anders - Virtual assistant
  2. Sigrid 24 april 2023 at 11:35 - Reply

    De bottom-up variant wordt ook wel de ‘gentle approach’ of de ‘FODMAP-light’ versie genoemd. Tegenwoordig is er zelfs de extra FODMAP-light versie waarbij enkele FODMAP-rijke voedingsmiddelen worden weggelaten ipv enkele FODMAP-subgroepen. Dit leer ik de dietisten die bij mij in training zijn om gespecialiseerde pds- en fodmapdietist te worden. (INFLATE)

    • Beroep - Diëtist

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.