Risicofactoren leververvetting in kaart gebracht

Bewegingswetenschapper Mireille Edens stelt in haar promotieonderzoek vast dat er 3 risicofactoren zijn voor het ontstaan van FLD (fatty liver disease, FLD). De eerste is het vervetten zelf, onder invloed van calorie-inname en beweging. De tweede  risicofactor is achteruitgang van het levermetabolisme, bijvoorbeeld door gebruik van alcohol of bepaalde geneesmiddelen. De derde risicofactor is leverontsteking, bijvoorbeeld door hepatitis of de ziekte van Crohn. Edens promoveert op 19 januari aan Rijksuniversiteit van Groningen. Zij ontwikkelde ook een kwantitatieve methode voor het gebruik van echografie bij het meten van levervet.

Bij 25% tot 40% van de volwassenen in Westerse landen is FLD aanwezig. Die aandoening ontstaat bij aanhoudende vetopslag in het lichaam. FLD kan leiden tot ontstekingen in de lever, die vervolgens schade kunnen veroorzaken in de vorm van levercirrose en/of -tumoren.

Uit onderzoek blijkt dat een vervette lever leidt tot een verhoogde productie van markers voor hart- en vaatziekten. Voorbeelden zijn lipiden, glucose, cytokines, stollingsfactoren en factoren die de bloeddruk verhogen. Afvallen vermindert de leververvetting, en daarmee ook de markers voor hart- en vaatziekten.

Bron: Rijksuniversiteit Groningen

Gepubliceerd op 13 januari 2011

Door Karine Hoenderdos

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.